Deze week vertelde iemand mij een verhaal waarvan ik bijna van mijn stoel viel. Nog nooit gehoord, het was mij onbekend. En voor jullie denken, waar gaat ie helemaal heen met zijn Jupiter, zon en kometen – want daar gaat het over- heus, ik kom to the point.
Maar eerst dus even dit. Leven op aarde hebben we voor een niet onbelangrijk deel te danken aan, jawel, de planeet Jupiter. Ja, het klinkt onlogisch, en ik moest er ook even van bijkomen, maar het is toch echt waar.
Dat zit zo: vlak na het ontstaan van ons zonnestelsel draaide de reusachtige planeet Jupiter, die 1300 keer zo groot is als de aarde, veel dichter bij de zon en dus ook dichter bij onze aarde. Het was toen onrustig in ons zonnestel, en meteorieten bleven maar door de ruimte suizen. Omdat Jupiter zo groot is, trok het met zijn eigen enorme zwaartekracht, deze meteorieten aan. Die meteorieten waren voornamelijk geweldig grote ijsballen. Omdat Jupiter zo dicht bij de aarde stond, scheerde er ook wel eens een ijsbal lángs Jupiter op ons, de aarde. Het was toentertijd een waar bombardement aan inslagen. Wij hebben het water op onze planeet voor een niet onaanzienlijk deel te danken aan deze inslagen: de door Jupiter aangetrokken ijsballen. En zonder water geen leven.
En nog steeds is Jupiter van levensbelang voor ons. De planeet staat nu veel verder van ons vandaan dan in de begintijd van ons zonnestelsel. Gevolg: Die meteorieten knallen nog steeds bovenop Jupiter vanwege de enorme zwaartekracht. Maar ze bereiken hierdoor veel minder vaak onze aarde. Jupiter werkt nu dus als een (zwaartekracht)schild voor de aarde tegen giga inslagen!
Nou ja, mijn bek viel open. Waarschijnlijk valt dat bij jullie wel mee, want je kan er ook je schouders over ophalen. Maar voor mij is dit weer een nieuw lesje bescheidenheid voor de mens. Zonder Jupiter waren wij er niet geweest. En ik realiseerde me plotseling dat wetenschap al eeuwenlang bezig is de mens van zijn troon te stoten. Wetenschap leert ons een lesje in bescheidenheid. De aarde, de mens is niet zo bijzonder als hij dacht. Niks daarvan. We zijn niet het centrum, niet het belangrijkst, en zeker niet het einddoel van de evolutie.
Dat lesje in bescheidenheid begon al met Galilei die ontdekte dat de aarde om de zon draaide, en niet andersom. Wat? Wij op aarde zijn toch het belangrijkst? Wij zijn toch het centrum van het universum waaromheen alles draait? Niet dus. Galilei haalde zich de woede van de katholieke kerk op de hals. Hij werd verketterd en moest zijn geniale inzichten bekopen met een veroordeling tot levenslange huisarrest. Maar gelijk had hij natuurlijk wel. Veel later kwamen we erachter dat ook ons zonnestelsel niet in het centrum van een sterrenstelsel staat, maar slechts in een verre buitenspiraal van een niet bijzonder groot stelsel, de Melkweg dus. Eén van de miljarden sterrenstelsels in het heelal.
Maar goed, wij leven dan niet in het centrum van het heelal, de mens is natuurlijk wel mooi het beste van de schepping, naar het beeld Gods, en alles eindigt bij ons. Mooi niet dus. In de negentiende eeuw kwam Darwin met zijn evolutietheorie. Alles komt voort uit natuurlijke selectie, waarbij organismen zich voortdurend aanpassen aan de omgeving. En ook de mens is een afstammeling van andere soorten, niet anders dan aap, vis of worm. De mens is geen einddoel, laat staan een beeld van God, maar een toevallig product van de evolutie, net als alle andere soorten. We tuimelden nog weer een stukje van de troon af.
Aha, dachten we toen. De mens is dan wel net als alle andere soorten een product van de evolutie, maar we leven niet alleen op basis van instinct, zoals dieren. Wij hebben tenminste een bewustzijn, waarover we de baas zijn. Nou ja, het begint eentonig te worden. Weer mis. De Weense psychiater Sigmund Freud kwam tot het inzicht dat we dan wel een bewustzijn hebben, maar dat ons denken, doen en handelen op zijn minst zoveel wordt bepaald door ons ‘onderbewustzijn’. Onbewust slaan we allerlei waarnemingen op, waarvan we ons niet bewust zijn, maar die later tevoorschijn komen en bepalend kunnen zijn voor onze karakterologische ontwikkeling.
Nou goed, zelfs wat we denken en doen hebben we dus niet helemaal zelf onder controle. Dat mag dan zo zijn, maar we zijn in ieder geval wel de enige soort met bewustzijn – of dat nou onderbewust is of niet- en gevoelens: wij mensen hebben plezier, vriendschap, boosheid enzovoort.
Tja.
Laatst las ik een artikel van de filosoof Jan Warndorff. Hij stelde dat de mens eeuwenlang de natuur als dode materie beschouwde. Dieren en planten zijn net als robotjes, of trekpoppen, waarvoor eten, slapen en seks als enige van belang zijn. En eigenlijk is alleen het doorgeven van de genen het doel van het leven. Verder is er niets in het dieren- en plantenrijk. Nou, ook deze laatste gedachte kan de prullenbak in. Want ook dieren hebben bewustzijn, herkennen elkaar, hebben plezier, hebben vrienden, hebben empathie, zijn zorgzaam, enzovoort. Steeds meer wetenschappelijk onderzoek toont dit aan bij zoogdieren, ongewervelde dieren, en zelfs bij insecten. *)
Deze zomer is er zelfs een officieel document ondertekend door een rits vooraanstaande wetenschappers die hiermee bevestigen dat ook dieren bewustzijn hebben: The New York Declaration on Animal Consciousness. Een belangrijke doorbraak, die onze houding ten opzichte van natuur in de toekomst drastisch zal gaan veranderen, volgens Warnsdorff.
Want wij mensen zijn dus niet de enige soort met een verhaal, en met een drama op aarde. Dieren, en zelfs planten hebben dat verhaal ook. Niet alleen maar instinct, en doorgeven van genen, maar bewustzijn, gevoelens, mededogen, empathie, vriendschap. En aangezien wij mensen slechts een luttele driehonderdduizend jaar op aarde zijn, is ons verhaal zelfs veel korter dan dat van de muis, of de haai, die al vele miljoenen jaren onze planeet bevolken. Bescheidenheid past ons.
Volgens Warndorff zijn de consequenties van dit inzicht nog niet te overzien. In ieder geval zullen we onze houding ten opzichte van de natuur in de komende eeuw drastisch gaan veranderen. Bescheidenheid, of deemoed zoals hij het noemt, zal onze omgang met de natuur veranderen. Sterker nog, Warnsdorff denkt dat deemoed misschien wel een van de belangrijkste deugden zal zijn in de 21ste eeuw. Zonder deemoed -juist, het tegenovergestelde van hoogmoed- zullen we onze natuur, maar ook ons klimaat, de komende eeuw niet op orde krijgen. Precies: hoogmoed komt voor de val, dat gaat nu meer op dan ooit. Wij zijn niet uniek, wij zijn niet het middelpunt van alles, we zijn zelfs afhankelijk van een verafgelegen planeet als Jupiter, we zijn ook niet de enigen met bewustzijn, en als de mensheid weer is verdwenen, draait de aarde gewoon nog miljarden jaren door, zonder ons. Geen probleem,
En ineens kreeg ik na het lezen van dat artikel in de krant een prettig gevoel. Alle hoogmoed, eigendunk en opgeklopte zelfgenoegzaamheid die in politiek, in het nieuws en op social media zo ruim voorhanden zijn, leidt tot niets. En zo belanden we in deze tijden waarin ik, America of Holland first moeten zijn, hopelijk weer met beide voetjes op de grond.
Want de brutalen mogen dan de halve wereld hebben, die andere helft, de bepalende helft, gaat toch echt aan het deemoedige toebehoren. Zonder dat kunnen we niet verder.
Bron: NRC 28-9-2024
Lees ook het column: Goedemorgen vijg, voor meer informatie.