GENERATIONEEL GEHEUGENVERLIES

Column #49 Wim Schepens: GENERATIONEEL GEHEUGENVERLIES

Vorige week bekeek ik een oude doos met foto’s. Ja, doos. We hebben het hier nog over het pre-digitale tijdperk. Foto’s die ik koester, die belangrijk voor me zijn. In tegenstelling tot mijn digitale foto’s waar ik nooit meer naar kijk, en na een maandje maar weer eens delete om niet te veel opslagruimte te verliezen.

En ineens viel me op deze foto’s, zo’n veertig jaar geleden genomen, iets op. Ik zag mezelf, mijn familie, op een gezellig weekenduitje ergens in Twente. Volop in de zon, lachende gezichten te midden van blakende koeien en groener dan groene weilanden. Hoewel, groen? Wat ik zag op de foto’s waren geen ‘groene’ weilanden, maar weilanden die bijna net zoveel geel, blauw, rood en wit als groen bevatten. De koeien stonden te grazen op een veld vol met paardenbloemen, madeliefjes en talloze voor mij onbekende plantjes en kruiden. Een moderne boer zou dat nu onkruid noemen. Maar de schrijver Jan Wolkers riep al eens in zijn tomeloos enthousiasme voor de natuur: ‘Onkruid bestaat niet’. En gelijk had hij.

Kortom, zo kleurig en fleurig zag een weiland er dus uit. Bijna helemaal vergeten. Veel saaier nu, met al die weilanden vol monotoon Engels raaigras. 

Groene woestijnen: elk sprankje afwisseling is door onkruidverdelgers zorgvuldig de kop ingedrukt.

Plotseling realiseerde ik me dat zo’n weiland van nu er dan wel totaal anders uitziet dan vroeger, maar dat dat blijkbaar bijna onmerkbaar en sluipend is gegaan, zonder dat je er erg in hebt. En ik realiseerde me ook dat er waarschijnlijk ontelbare zaken in ons landschap, in de natuur, in het klimaat, heel langzaam veranderen zonder dat het je opvalt. 

Nou, om te beginnen: de Elfstedentocht. Ik weet nog goed dat ik op die 21ste februari1985 (ja, de exacte datum heb ik even voor jullie opgezocht) vroeg opstond om de start met vrienden in een studentenhol te bekijken. Al twintig jaar was ie niet meer verreden, dus de tocht der tochten werd, zeker voor die tijd, enorm gehypt. Het land stond op zijn kop. Dat was het jaar daarop al een stuk minder, want in ’86 werd er gewoon weer één gereden. Stel je voor, twee jaar achter elkaar!  En elf jaar later weer. Nu zitten we al zevenentwintig jaar zonder, en ik durf hier te zeggen dat we de Elfstedentocht in óns leven -ja, ook dat van jullie- niet meer gaan meemaken.

Ik hoorde laatst dat die zielige voorzitter van het Elfstedentochtcommité na twintig jaar trouwe dienst de voorzittershamer heeft doorgegeven, zonder ook maar één tocht te hebben meegemaakt. Een kruisje van verdienste kreeg hij nog wel.

Maar er schoten me ook minder opvallende veranderingen te binnen. Ik herinner me hoe onze voorruit vol zat met geplette insecten na een tochtje door de polder, laat staan na een rit naar Zuid-Frankrijk. En nu, je kunt je een bult rijden, langs sloten, rivieren en weilanden, geen insectje op de voorruit te bekennen. 

En toen ik er even voor ging zitten, kwam de gedachtestroom pas goed op gang. Ik weet nog dat je geen moment in de bescheiden achtertuin van mijn ouderlijk huis kon kijken zonder de aanblik van tientallen mussen. Moet je nu eens om komen. Die ordinaire -en toch heel schattige- huismus is meestal in geen velden of wegen te bekennen.

Of neem de wijnbouw. Dat begon vijftig jaar geleden heel voorzichtig in Nederland in Zuid-Limburg. Maar nu heeft Nederland zo ongeveer hetzelfde klimaat als Bourgondië rond1980, en is het een volwassen sector geworden die zich uitstrekt naar Zeeland, Brabant, Gelderland en Overijssel.

Het klimaat van Bourgondië van veertig jaar geleden. Denk je dat eens in. We leven 600 kilometer noordelijker!

Meermaals, ook in deze stukken, heb ik me afgevraagd hoe het komt dat je er keer op keer op kunt wijzen dat de natuur en het klimaat veranderen, maar dat dat niet aankomt. Sterker nog, diegenen die beweren dat het zo’n vaart niet zal lopen worden vaak beschouwd als realisten of pragmatici, terwijl mensen die wijzen op veranderingen, op achteruitgang van natuur en milieu  uitgemaakt worden voor paniekzaaier, angsthaas of beide.

Onlangs las ik een mooie studie waarin een plausibele verklaring voor dit fenomeen werd gegeven: het shifting baseline syndrome. Huh, ja toch echt een belangrijk begrip in deze discussie. De veranderingen gaan namelijk zo langzaam dat we ze niet opmerken. De tijd en de situatie waarin we nu leven is de standaard, de baseline. Dat die baseline veertig jaar geleden heel ergens anders lag, en dat onze wereld er toen heel anders uitzag, zijn we vergeten. 

Of dat hebben we zelfs niet meegemaakt. Wie van de lezers van dit stuk heeft nog de grandioze overwinning van Evert van Benthem in de Elfstedentocht van 1985 meegemaakt? En wie kan zich ’86 herinneren toen hij dat kunstje gewoon nog een keer flikte? Evert was in één klap een nationale beroemdheid met een status waar nu Frenkie de Jong of Virgil van Dijk niet aan kunnen tippen. Tja, ons geheugen vervaagt: Evert van Benthem, nu bijna vergeten.

En zo gaat het met alles. Nu is normaal. Wat dertig of veertig jaar geleden normaal was, zijn we vergeten of hebben we niet meegemaakt. De schrijver Marjolijn van Heemstra heeft het in dit verband met een prachtige term over ‘generationeel geheugenverlies’. De baseline shift wel, hij shift zelfs als een gek, alleen merken we dat te weinig, zodat we per generatie weer onze eigen, nieuwe baseline hebben. 

Meteen denk je dan: waarnaartoe zal onze baseline over dertig jaar geshift zijn? De wereld is dan nog verder veranderd. Wijnbouw in Friesland misschien? En zullen de trekvogels liever lui dan moe zijn, en in de warme winters lekker in Nederland blijven chillen?

Zullen onze kinderen en kleinkinderen nog weten wat natuurijs is? Zal het bos nog verder ineengeschrompeld zijn, en ons land nog meer bezaaid liggen met ecoducten om te redden wat er te redden valt, om die steeds kleinere en schralere natuurgebiedjes zo goed en zo kwaad als het gaat met elkaar te verbinden?

Volgens Natuur & Milieu zal in 2050 de helft van de 360 bijensoorten in Nederland zijn uitgestorven. Wereldwijd zullen als we zo doorgaan bijna driekwart van de insectensoorten zijn verdwenen. Voor ons beangstigend, maar waarschijnlijk schrikken mensen in 2050 helemaal niet van deze baseline. Maar weinigen zullen omkijken en zeggen: ’zeg hoe zat dat in 2025?’

De schrijver Mounir Samuel stelt dat we nu in een ‘scharnierpunt’ in de geschiedenis leven. De natuurbelevingen die we nu hebben kunnen we waarschijnlijk later niet meer aan onze kinderen  doorgeven.

Maar is het wel een scharnierpunt? Die scharnierpunten liggen overal. Er heeft nog nooit iemand geleefd die zegt: ‘Nou, deze tijd is supersaai. Het is absoluut geen scharnierpunt, er gebeurt ook nooit eens wat. Twintig jaar geleden, ja toen, toen was er een scharnierpunt, en over dertig jaar is er weer één.’ 

Zelfs de scharnierpunten verschuiven gradueel en worden dus weer opgenomen in ons generationeel geheugenverlies.

Als we iets aan dat shifting baseline syndrome – en een syndroom is het- kunnen doen, zou ons dat erg helpen in ons klimaat- en natuurbewustzijn. We kennen de geologie, met zijn enorme tijdschalen en baselines die pas na miljoenen jaren gaan shiften. Wordt het niet tijd voor een nieuw schoolvak: ‘moderne geschiedenis van klimaat en natuur, vanaf de tweede wereldoorlog’?

Wie weet zijn toekomstige generaties met zo’n vak in staat om het generationeel geheugenverlies tegen te gaan en hun baseline vast te houden, en niet meer te laten shiften. Misschien een idee voor in een nieuwe onderwijsbeleidsnota?

Bron: Mounir Samuel, Jona zonder walvis, een profetie voor Nederland, 2022 Nieuw Amsterdam
Marc Argelo: Natuuramnesie, Hoe we vergeten zijn hoe de natuur er vroeger uitzag, 2022 Atlas Contact
Marjolijn van Heemstra, En ik vroeg een vogel, 2017, Uitgeverij de Bezige Bij
Natuur & Milieu 2019
Klimaatinfo.nl

Lees alles over de lancering van het nieuwe nummer, de groene stad in bloei hier.

Winkelwagen
Scroll naar boven