Gelukkig, de tenniscompetitie is weer begonnen. Mooi weer, en we hadden er ongelofelijk veel zin in. Maar het liep anders dan verwacht. Ik heb me in mijn eerste partij enorm opgewonden over mijn tegenstander. Ik weet dat het in de derde klasse onderbond nergens over gaat, maar als mensen bij herhaling ballen die duidelijk in zijn, uit geven kan ik -ook in de derde klasse onderbond- pislink worden.
Toen ik ’s avonds thuiskwam vertelde ik -nog half over de rooie- mijn vrouw over het onsportieve gedrag van mijn tegenstander. Nog steeds kwam er een beetje stoom uit mijn oren. Mijn vrouw keek me eens aan en zei: ‘Ik zie het al, je hebt je weer enorm kwaad gemaakt, dan zul je wel gewonnen hebben. Zeg, je hebt je toch wel een beetje gedragen hè? Ik hoef me toch niet voor je te schamen?’ Verdomd ze had gelijk. Gewonnen! Zo gaat dat vaak bij mij. Sta ik met een aardige vent te spelen, dan wil ik wel eens langzaam wegdommelen en een beetje gezapig mijn balletje slaan. Dikke kans dat ik uiteindelijk aan het kortste eind trek. Maakt een tegenstander me kwaad, dan ontstaat er iets onverzettelijks. Wat jij? Jij dacht met oneerlijk spel van mij te winnen? Mooi niet. Over mijn lijk!
Nou is een partijtje tennis natuurlijk niet te vergelijken met klimaat- en milieuzaken, maar ik moest aan mijn partij tegen mijn onsportieve tegenstander terugdenken nadat er weer enkele onvoorstelbaar stupide politieke besluiten over ons werden uitgestrooid. De verenigde Staten die uit de akkoorden van Parijs stappen, bedrijven die klimaatdoelstellingen schrappen, de voorgenomen verhoging van de energiebelasting die niet doorgaat, warmtepompen die niet worden verplicht gesteld, openbaar vervoer dat fors duurder wordt of buslijnen die in Groningen en Drenthe dreigen te verdwijnen, Caroline van der Plas- daar heb je haar weer- die de boel blijft traineren en maar blijft meieren over haar modellenwerkelijkheden, en ga zo maar door.
En als klap op de vuurpijl wordt vrijwilligers van het COA een lintje geweigerd. Akkoord, dit laatste gaat dan wel niet over klimaat, maar het tekent in ieder geval wél de naargeestigheid van het politieke klimaat. Het is om moedeloos van te worden.
Maar nee, moedeloosheid is geen optie. Je moet hoop houden, dat is zeker waar. Anders komen we nergens. Maar hoop heeft ook iets passiefs. Hoop klinkt gezapig, lijdzaam, alsof je er zelf geen grip meer op hebt. Bovendien wordt hoop al snel hopeloos als je niet zelf actie onderneemt.
Blijf vertrouwen houden in een goede afloop. Wordt ook wel eens gezegd. Maar vertrouwen kan ook beschaamd worden. De Britse acteur en schrijver Stephen Fry -ja, ook al één van mijn helden- zei onlangs dat hij ooit, begin jaren negentig, zoveel vertrouwen had in de techboys van Silicon Valley. Die maakten kennis toegankelijk voor de massa en brachten de wereld samen. Echte community builders. Die jongens deden niet aan rangen en standen en saaie maatpakken, maar ze heetten Steve en Mark en Elon en liepen er ongeschoren bij in slobbertruien en versleten jeans. Een losgeslagen type nieuwe leiders, die de boel flink zouden opschudden en de oude orde omver gingen werpen.
Fry raakte hiermee bij mij een teer punt, want ooit was ik ook zo enthousiast over internet en de digitale wereld. Destijds dachten we nog niet aan de economische mogelijkheden, maar het gaf ons vertrouwen in een toekomst waarin iedereen zeggenschap zou krijgen en de mogelijkheden tot zelfontplooiing onbegrensd zouden zijn. Nou we hebben gezien waar ons vertrouwen toe heeft geleid: tot nieuwe, dictatoriale, gevaarlijke tech-oligarchen, belust op geld en macht. Iedereen die hun krankzinnige, racistische en ‘the winner takes it all‘- wereldbeeld niet aanhangt, wordt direct de mond gesnoerd.
Stephen Fry zei dat George Orwell het in zijn roman Animal Farm goed had gezien: de dieren kwamen op de boerderij in verzet tegen de boze boer. Maar na een tijdje namen de varkens het heft in handen en gingen de andere dieren terroriseren. Ze werden zelfs nog erger dan de boer. Macht corrumpeert. Elon Musk en Mark Zuckerberg zijn de nieuwe varkens van deze tijd.
Wat dan wel? Positief blijven, dat is ook een goed advies. Dat werkt zeker. Iedereen die weleens een kind heeft opgevoed, weet dat prijzen en complimentjes geven beter werkt dan roepen dat het kind er nog geen bal van kan. Misschien is dat wel zo, maar door dat te roepen gaat zo’n kind echt niet beter tekenen, voetballen, rekenen of zijn fietsband plakken. Stimuleren dus, en juist de dingen die positief zijn benoemen.
En er zijn ook zeker ontwikkelingen waarover je positief kunt zijn. Zo las ik dat het PME, een van de grootste pensioenfondsen van Nederland, overweegt zijn gelden niet meer onder te brengen bij de investeerder Blackrock omdat die de klimaatdoelen op een laag pitje zet. Mooi zo, een flinke stap. Investeren doe je immers voor de lange termijn. En als we willen behouden wat we hebben, zullen we flink moeten veranderen. Helaas is niet iedereen doordrongen van de heilzame werking van deze ogenschijnlijke paradox.
We moeten veerkracht tonen, hoor je ook wel eens. Dat komt al meer in de buurt. Grote bewondering heb ik bijvoorbeeld voor de veerkracht van de journalisten van de Moscow Times. In Rusland wordt het leven voor deze journalisten onmogelijk gemaakt. Levensgevaarlijk zelfs. Toch zetten ze hun berichtgeving gewoon door vanuit Amsterdam, familie, vrienden en zekerheden achterlatend.
Toevallig las ik deze week een boek van Salo Muller, de oud-verzorger van Ajax, wiens hele familie tijdens de oorlog door de spoorwegen naar de Duitse vernietigingskampen is afgevoerd en daar is vermoord. Wrang detail: joden moesten hun treinkaartje naar de kampen zelf betalen. In zijn eentje voerde Muller strijd voor excuses en financiële genoegdoening van de NS. En verhip, hij kreeg het voor elkaar. De NS ging door de knieën en betaalde miljoenen aan genoegdoening aan de nabestaanden.
En toen was ik eruit: we laten ons niet op de kop zitten, strijdbaar moeten we zijn. Ik dacht aan Roger Cox, de onvermoeibare milieuadvocaat die al twintig jaar milieuzaken voert. Bijna altijd met succes. Ik dacht aan Volodymyr Zelensky, niet gevlucht, geen spoor van angst getoond, maar strijdbaar gebleven. Het werkt. In drie dagen Oekraïne veroveren? Pff, mooi niet. Oekraïne zal nóóit veroverd worden. En, oké, mijn grote held Churchill. Zelfs in The Darkest Hour bleef hij strijdbaar, en met succes. Bij nader inzien is dat het grootste gevaar voor de milieu- en klimaatbeweging: niet milieu- of klimaatrampen, niet de politieke onwil, maar het gevaar dat mensen die zich bewust zijn van de klimaatproblemen -murw gebeukt- de handdoek in de ring gooien.
Terwijl ik nog bezweet in mijn tenniskleren stond na te hijgen, liet ik de woorden van mijn vrouw nog eens diep op me inwerken. Niet hoop, vertrouwen, of mijn (zeer beperkte) tennistalent, maar mijn strijdbaarheid had me naar deze -overigens volstrekt onbelangrijke- overwinning geleid.
Ineens had ik een binnenpretje. In gedachten zag ik Churchill voor me op de tennisbaan, in korte broek en witte spencer. En ook al heeft Churchill bij mijn weten nooit een racket aangeraakt, ik zag voor me hoe zelfs hij, dankzij zijn enorme strijdbaarheid, mijn eikel van een tegenstander van de baan mepte.
Met veerkracht en strijdbaarheid is alles immers mogelijk. Zelfs het onmogelijke.
Bron:
NRC 29-3-2025
Salo B. Muller, Het gevecht met de Nederlandse Spoorwegen, de eenzame strijd van een Holocaust-overlevende, 2020, Nobel Boeken
Lees de inspirerende editorial van Maartje Bregman hier.