Scherpslijperij

Column #75 Wim Schepens: Scherpslijperij

En opeens spookten er deze week een paar ouderwetse woorden door mijn hoofd die ik nou niet bepaald dagelijks gebruik. Maar omdat ze toch rond bleven zingen, en ik zeker van mijn zaak wilde zijn, pakte ik er toch maar eens het woordenboek bij:

Haarkloverij: ‘1)  v -en; nietige verschillen opsporen, overdreven fijne onderscheidingen maken 2) kleingeestig vitten’, aldus het Koenen woordenboek der Nederlandse Taal.

En het andere woord dat maar bleef hangen was scherpslijperij: v -en; ‘overdreven toespitsing van een beginsel, van eigen gelijk in een geschilpunt’, volgens datzelfde woordenboek.

Je zult zeggen: holy moly, wie gebruikt die woorden nog? Waar komt die gast vandaag nou weer mee aanzetten? Tja, dat woorden niet vaak gebruikt worden wil nog niet zeggen dat de strekking en de toepassing van die woorden ook verdwenen zijn. 

In ieder geval kwamen deze woorden bij me op toen iemand mij zachtjes het verwijt maakte dat ik nieuwe tennisschoenen had gekocht: is dat wel duurzaam? Zijn die niet tweede hands ergens nog op de kop te tikken?

Goed, scherpslijperij dus. Zo oud als de mensheid, en het is in staat om heel veel goede bedoelingen en goede initiatieven onmiddellijk de kop in te drukken. 

Protestanten waren er erg goed in. Kon God lachen of deed Hij dat niet? Dat soort vraagstukken. En hupsakee, meteen had je weer twee geloofsrichtingen. Uiteindelijk zijn er alleen al in Nederland tientallen protestantse stromingen ontstaan, elk met een klein detailverschil. En onderling bestreden die verschillende protestantse stromingen zich te vuur en te zwaard; veel meer dan dat ze zich bijvoorbeeld verzetten tegen ongelovigen. 

Nog eens even verder snuffelen: het ultieme verhaal over scherpslijperij is natuurlijk Gullivers Reizen, al uit de achttiende eeuw, van Jonathan Swift. Hij maakte de kleinburgerlijke ziel belachelijk, waarbij iedereen precies binnen een hokje moest passen, en als je ook maar een millimeter buiten de lijntjes kleurde wachtte er een berg kritiek en haat en nijd op je, waar de honden geen brood van lusten. 

In zijn verhaal belandt Gulliver op een eiland dat is bewoond door lilliputters. Inderdaad, Jonathan Swift bedacht deze naam voor zijn fictieve dwergenvolk. 

Die kleine mensen zijn om de meest stompzinnige reden die je maar kunt bedenken met elkaar in oorlog:  de ene groep vindt dat een gekookt ei aan de stompe kant afgekapt moet worden en de andere groep meent dat dat juist aan de scherpe kant moet. Er volgen hilarische ontwikkelingen waarin de scherpe-puntenaren met onvoorstelbaar precieze argumenten het voordeel van het afgekapte ei aan de scherpe kant verdedigen, en hoogoplopende ruzies waarin de stompe-puntenaars de scherpe punters als aartsvijanden afschilderen.

En nu ter zake: ik moest hieraan denken omdat je, als iemand die zich wil inzetten voor klimaat en milieu en zich daar zorgen over maakt, altijd weer stuit op mensen die zeggen : ’Zeg, eet jij nog vis? Dat kan toch niet.” 

Of er zijn vrienden die je schuin aankijken omdat je het gras aan het maaien bent. Of je wordt bijna verketterd omdat je nieuwe tennisschoenen hebt gekocht (‘zijn die niet via Vinted te krijgen?’) en waarom al die politici met het vliegtuig naar die milieutop moeten is overigens helemáál een raadsel.

Nou snap ik ook wel dat je je onwijs kunt ergeren als iemand anders het niet  zo nauw neemt als jijzelf – want doe jij je best om op de fiets te komen, komt de rest allemaal met de auto- maar toch: hou je in. Let op de intentie, kijk naar de goede stappen die al zijn gezet, en zoek rustig naar haakjes voor een nog betere inzet en nog meer resultaat.

Een fraai staaltje scherpslijperij hoorde ik overigens deze week. Happy Times Magazine schijnt weleens het verwijt te krijgen dat ze een fysiek, papieren tijdschrift uitgeven –‘Want dat is toch materiaal, dat is toch voetafdruk, dat is toch vervuiling?’.

Tja mensen, ik zou haast willen zeggen: met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig. 

En nu spreek ik even als onafhankelijk columnist, dus niet als belangenvertegenwoordiger van Happy Times Media: nou heb je een geweldig initiatief, een platform vol positieve en inspirerende verhalen en nuttige tips, en zijn er mensen bij elkaar die zich oprecht betrokken voelen bij klimaat en milieu en -vooruit- een betere wereld. En toch zijn er dan nog steeds stompe-puntenaars die scherpe-puntenaars verwijten dat ze op papier drukken. Boomvrij papier trouwens, ja!  

Nu zitten we bovendien in een periode waarin bepaalde groeperingen, hoe zal ik het voorzichtig zeggen, klimaat en milieu niet bepaald als speerpunt zien, en dan gaan we juist de positieve initiatieven bekritiseren? Hou me vast, ik geloof dat ik de wereld niet meer begrijp!

Waarmee ik maar wil zeggen dat we de wereld alleen kunnen veranderen als we de zaken samen aanpakken. Kijken naar wat ons bindt, en niet teveel de verschillen benadrukken. Laat iemand z’n blokje kaas oppeuzelen en zijn ei aan de stompe kant openkappen, zolang hij maar mee wil in de stroom – sneller of langzamer- op weg naar een duurzame en gezondere leefwereld.

Want niemand past precies in het hokje. Niemand kleurt precies binnen de lijntjes. Geeft niks, we zullen elkaar allemaal hard genoeg nodig hebben. We hebben immers meer aan honderd mensen die hun beste beentje voorzetten en van goede wil zijn, dan aan één persoon die alles goed doet. 

Laten we ons kruit droog houden voor de echte vervuilers: de bio-industrie, de plasticfabrikanten en de Tata steels van deze wereld, en daar onze pijlen op richten, in plaats van medestanders de maat te nemen en onderling te gaan ruziën. Met dogma’s komen we geen steek verder.

Ach, Voltaire zei het al: ’Laat perfectie nooit de vijand van het goede zijn’.

Niet langer scherpslijpen dus, maar slijpen aan goede oplossingen en goede initiatieven koesteren, delen, en multiplyen, om het in goed Nederlands te zeggen. 

En laten we vooral samen optrekken, want we mogen eieren echt aan verschillende kanten openmaken, zolang we ze maar niet naar elkaar gaan gooien.

Winkelwagen
Scroll naar boven