Insectenhotels zijn de laatste tijd steeds populairder geworden: je ziet ze in parken, midden in de stad of op een dichtbebouwd bedrijventerrein. En dat is niet zo gek, want ze bieden allerlei voordelen voor de natuur om ons heen! Maar hoe werken ze eigenlijk? En zijn ze wel zo handig en duurzaam als je zou denken? In dit artikel gaan we hier induiken!
Wat zijn insectenhotels?
Insectenhotels zijn constructies die vaak gemaakt zijn van natuurlijke materialen zoals verschillende soorten hout, bamboe, riet of dennenappels. Vlinders, lieveheersbeestjes en andere insecten kunnen hierin lekker schuilen of overwinteren en hebben dus altijd een veilig plekje. Vooral in stedelijke gebieden waar insecten het moeilijk hebben om te overleven kan zo’n insectenhotel dus een goed idee zijn.
Waarom we van insectenhotels houden
Los van het feit dat ze er hartstikke gezellig uitzien, zijn er ook nog eens veel voordelen van insectenhotels. Ze kunnen namelijk helpen om de biodiversiteit te bevorderen. Door een veilige plek te bieden voor allerlei soorten insecten, kunnen deze insecten hun belangrijke werk doen in de natuurlijke kringloop. Zo helpen ze bijvoorbeeld bij de bestuiving van bloemen, het afbreken van organisch materiaal en het voeden van andere dieren in de voedselketen.
Insectenhotel kopen of zelf maken?
Heb je een tuin en wil je daar ook je eigen insectenhotel neerzetten? Alvast een applausje voor jou! 😉 Als je er echt voor wilt gaan, dan kun je het best je eigen constructie maken in plaats van een insectenhotel te kopen. Wat je in de winkel vindt, is namelijk vaak meer gemaakt voor de mens en niet voor de beestjes, met leuke kleurtjes en vooral als decoratie bedoelt. De gaatjes zijn te klein of te groot, waardoor het voor de insecten helemaal niet handig is. Ook weet je nooit of bijvoorbeeld het hout bewerkt is met chemicaliën.
Als je je eigen insectenhotel wilt maken, gebruik dan bijvoorbeeld deze superleuke handleiding.
Waar zet je een insectenhotel neer?
Als je een insectenhotel wilt ophangen of neerzetten, doe dat dan het liefst op een plekje waar veel zonlicht komt, op het zuiden gericht, en waar veel bloemen in de buurt zijn. Anders heb je kans dat er geen bijen of andere insecten op af komen. Niet in de schaduw of onder bomen dus.
Een insectenhotel gaat ongeveer twee tot drie jaar mee. Daarna kan het minder geschikt zijn omdat er scheuren en schimmels ontstaan – niet zo aantrekkelijk voor de beestjes natuurlijk. Laat ‘m nog even hangen op een plekje met wat meer schaduw zodat de laatste bewoners het hotel nog kunnen verlaten en maak een nieuwe voor in de zon.
Er is een maar
Een insectenhotel kan een supermooie manier zijn om voor de natuur te zorgen, zeker op plekken waar planten en dieren het anders moeilijk krijgen. Maar: je maakt van een druk bedrijventerrein of een achtertuin met voornamelijk tegels en beton niet gelijk een duurzaam natuurparadijs door er een insectenhotel neer te zetten. Als de omgeving niet klopt, zullen er helaas ook geen beestjes op af komen.
Kijk daarom altijd wat je nog meer kunt doen! Laat je voortuin lekker verwilderen met bloemen – hoe natuurlijker, hoe beter. Plant inheemse bloemen en struiken die bijen en vlinders aantrekken en vermijd het gebruik van pesticiden en andere schadelijke chemicaliën. Hier vind je nog meer tips hoe je je eigen tuin (of balkon!) groener kunt maken.